dinsdag 31 maart 2020

Elfenbankje

Maandag 30-maart-2020 hadden wij beiden weer eens een dagje vrij. Altijd, maar speciaal in deze koude zonnige weken is het fijn, om ’s morgens als wij weer fris en fruitig zijn even met de hond eropuit te gaan.

Vandaag was Landgoed Molecaten bij Hattem weer eens aan de beurt. Parkeren bij de Veldweg, en dan een rondje lopen, linksom langs het hondenlosloopterrein, daar hoeft die van ons niet in en dan aan het eind naar rechts, richting herberg en dan linksaf over een stukje Koeweg, langs de camping en dan weer rechtsaf langs de spreng weer terug.

Ach en je ziet altijd wel wat leuks, zoals gisteren 30 maart 2020 een stam vol elfenbankjes en wij hebben een eindje verderop langs de weg staan te genieten van een prachtig zingend roodborstje in een struik. Ook waren er minimaal 2 bonte spechten erg actief boven ons in de boom bij de Veldweg.
Terug weer in de auto omhuizen om koffie op ons terras.




Het gewoon elfenbankje (Trametes versicolor) is een paddenstoel. Het elfenbankje groeit het hele jaar en is een zeer algemene eenjarige saprofyt op stronken en takken van loofbomen en soms op de spar. De vruchtlichamen groeien aan één zijde van de stronk of tak. Het elfenbankje groeit dakpansgewijs in groepjes en heeft een witte rand met daarbinnen verschillend gekleurde zones: wit, beige, okergeel, (rood)bruin, grijs, blauw of zwartachtig. De stevige, waaiervormige hoeden zijn 3-8 cm groot en meestal niet dikker dan 2 mm. De poriën bestaan uit zeer kleine buisjes (drie tot vijf per mm), die witachtig tot crème-achtig of gelig van kleur zijn. De sporen hebben de vorm van een knakworstje en zijn wit tot bleekgeel. Het gewoon elfenbankje helpt mee met het afbreken van de afgevallen bladeren in het bos. Ook wordt deze schimmel in de biotechnologie veel gebruikt voor de productie van laccase, een lignine-afbrekend product dat vaak in de papierindustrie gebruikt wordt als bleekmiddel.

zondag 29 maart 2020

Myron Bolitar


Ik lees best veel thrillers en politieverhalen. Een serie waar ik al geregeld een exemplaar van heb gekocht is Myron Bolitar geschreven door de Amerikaanse auteur Harlan Coben.
Meestal lees ik dit soort boeken onderweg van en naar mijn werk in de trein.

De laatste die ik vorige maand uit heb gelezen is Laatste Kans*.

Myron Bolitar is een serie rond sportmakelaar en speurder Myron Bolitar en zijn beste vriend Windsor 'Win' Horne Lockwood III. Myron was eens een zeer talentvol basketballer uit New Jersey, die door een zware knieblessure zijn basketball-loopbaan in rook op zag gaan.

*In Laatste Kans doet zijn vaders hartaanval Myron beseffen dat zijn ouders niet onsterfelijk zijn. En Emily, die ooit zijn grote liefde was, neemt contact met hem op, met de mededeling dat haar dertienjarige zoon Jeremy doodziek is en zo snel mogelijk een beenmergtransplantatie moet ondergaan. Myron wil niets meer met Emily te maken hebben. Dus wil hij ook die ene passende donor die Jeremy zou kunnen redden en die spoorloos is verdwenen, niet voor haar zoeken. Totdat hij hoort dat Jeremy zijn eigen zoon is. Dan gaat hij eropuit, op zoek naar een man die een eeuwigheid geleden in het niets lijkt te zijn opgelost. Wat hij op het spoor komt is een machtige familie die vastbesloten is de kaken stijf op elkaar te houden.



De Myron Bolitar serie:
1. Vals spel - Deal breaker
2. Tegenwerking - Drop shot
3. Vermist - Fade away → Gelezen
4. Ontwricht - Back spin
5. Schijnbeweging - One false move → Gelezen
6. Schaduwleven - The final detail → Gelezen
7. Laatste kans - Darkest fear → Gelezen
8. Eens beloofd - Promise me
9. Verloren - Long lost
10. Levenslijn - Live wire
11. Naar huis - Home

Ook van Harlan Coben, maar geen Myron Bolitar:
Spoorloos – Gone for good → gelezen

vrijdag 27 maart 2020

Millbrook Village

Onze reis naar de Verenigde Staten van Amerika

Na een paar uurtjes in de Glen bij de Delaware Watergap op zondag 5 juli 1992, reden wij met zijn vieren (mijn vrouw, mijn nichtje en haar vriend) naar Millbrook Village. Dit is een Amerikaans (museum)dorpje in 19e eeuwse stijl. In de winkel (annex postkantoor) vertelde een zeer geschikte man over artikelen en gereedschappen uit die periode. Mike de vriend van mijn nichtje wist sowieso van veel gereedschap al wat het was.


Wij waren een dag eerder ook bij het oude huis waar de vriend woonde geweest. Hij woonde er met een groep studenten. Er was een zwembad bij, waar wij ook heerlijk in hadden gezwommen en een yacuzzi (maar die bleef ongebruikt). In het leuke wat vervallen huis hebben wij ook heerlijk gegeten. Een grote pot sambal (die wij uit een toko in Amersfoort hadden meegenomen) ging rijkelijk over de spaghetti van de vriend. De vlammen sloegen hem bij wijze van spreken uit zijn horen. Zij kenden daar geen sambal.

Witstaarthert

Zo algemeen als de ree bij ons in Nederland is, is het witstaarthert dat in de Verenigde Staten van Amerika. Was Bambi in het oorspronkelijke boek uit 1923 van de Oostenrijker Felix Salten een ree, in de veel beroemdere film uit 1942 naar het boek van Walt Disney, was Bambi een witstaarthert geworden.

Witstaartherten zagen wij geregeld in het oosten van de Verenigde Staten, zoals hieronder in juli 1992 in Hackettstown. In de buitenwijken lopen ze zelfs overdag gewoon door de tuinen, dat was sowieso een gedenkwaardige vakantie.


Het witstaarthert of Virginiaans hert (Odocoileus virginianus) is een Amerikaans hert. Hij komt voor in Zuid-Canada, de gehele VS behalve het zuidwesten en geheel Midden-Amerika zuidwaarts tot Brazilië en Peru. Je kunt hem treffen in bossen, woestijnen, bergen en moerassen. Zelfs in buitenwijken wordt het witstaarthert (zoals op deze foto) aangetroffen. De soort is ingevoerd in Nieuw-Zeeland, Finland, Tsjechië en Slowakije.
Het witstaarthert heeft een schofthoogte van 68 tot 114 centimeter, een staartlengte van 15 tot 33 centimeter en een kop-romplengte van 173 tot 180 centimeter. Mannetjes wegen 68 tot 141 kilogram, vrouwtjes 41 tot 96 kilogram.
In de zomer is de vacht roodachtig bruin, in de herfst grijzig bruin. De onderzijde is wit, evenals een keelvlek, de kring om de ogen en de snuit en de binnenzijde van de oren. De bruine staart is aan de onderkant en op de punt wit, waaraan het dier zijn naam dankt. De bok draagt een gewei. De kalveren zijn gevlekt.
Het witstaarthert is een nachtdier dat zich ook regelmatig overdag laat zien. Ze nemen altijd dezelfde gangen op zoek naar voedsel. Ze eten grassen, kruiden en bladeren. Ze eten 2 tot 4 kilogram aan voedsel per dag. Om dit dagelijks te verkrijgen, vult hij zijn menu 's zomers aan met waterplanten, in de herfst met noten en maïskolven en 's winters met twijgen en knoppen, bast, paddenstoelen en korstmossen. Er is ook gezien, dat ze soms de nesten van loopvogels leegroven. Water haalt hij niet alleen uit zijn voedsel, en hij moet dus regelmatig drinken.
Witstaartherten zijn groepsdieren. Een groep bestaat uit bokken of uit een moeder met haar jongen. Een bokkengroep bestaat uit drie tot vijf dieren. In de groep heerst een hiërarchie. De herten dagen elkaar uit door te staren, het hoofd omhoog of omlaag te knikken of de oren te laten hangen. Een gevecht bestaat meestal uit schoppen. De hiërarchische volgorde wisselt regelmatig en valt uit elkaar bij het begin van de bronsttijd. 's Winters vormen de bokken en hindes samen grote kudden, tot wel honderdvijftig dieren. De dieren zijn niet territoriaal. Een hinde leidt de groep.
Poema en wolf zijn de belangrijkste natuurlijke vijanden van een wistaarthert. Bij gevaar maakt het hert snuivende geluiden en stampt hij met zijn hoeven. Vluchtend vlagt hij zijn staart, waarbij de grote witte vlek (de spiegel), die normaal wordt verborgen door de staart, zichtbaar wordt. Dit doet het hert om soortgenoten te waarschuwen. Via de witte vlek kan ook het kalfje de moeder volgen.
Witstaartherten kunnen goed zwemmen en rennen (58 km/uur). Ook kan hij 9 meter ver en 2,6 meter hoog springen.

Meer over en vanuit Hackettstown staat in onderstaande stukjes

donderdag 26 maart 2020

Paarse dovenetel

Ik loop de laatste tijd veel buiten in de directe omgeving van ons huis, eigenlijk is dan altijd onze hond wel mee. Ik vind het dan altijd wel leuk om te kijken wat er nu allemaal al bloeit. Al een tijdje zie ik overal langs taluds en bermen dit plantje de paarse dovenetel.

Ik weet nog van vroeger van de biologieles op school. De dovenetel lijkt op de brandnetel, maar prikt niet...


De paarse dovenetel (Lamium purpureum) is een kleine, in West-Europa algemeen voorkomende dovenetel die behoort tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Het is een 10-30 cm hoge, een- of tweejarige plant die opvalt door de kleine, 1-2 cm grote roze tot paarse bloempjes. Ook de bovenste delen van de duidelijk vierkantige stengel kan paars kleuren. De plant kan bloeien van februari tot eind november. De hogere stengelbladeren zijn langer dan breed, eirond of ruitvormig en staan in paren kruisgewijs tegenover elkaar. De bladeren zijn behaard. In tegenstelling tot de brandnetel veroorzaakt de dovenetel bij aanraking geen branderig gevoel. Sommige bloemen blijven gesloten, er is dan sprake van zelfbestuiving. Dit plantje groeit op voedselrijke grond van wegbermen, dijken, akkers, tuinen en stortplaatsen met een voorkeur voor enigszins beschaduwde plaatsen en een vochtige grond.  De plant vormt vaak dicht opeengedrongen groepen waar elke andere vegetatie wordt uitgesloten. De nectar is in trek bij de honingbij en bij hommels, zeker begin maart, wanneer de eerste hommel-koninginnen naar buiten komen en zelf een nest gaan zoeken. De zaden worden onder andere door mieren verspreid.

woensdag 25 maart 2020

Hyacint

Vandaag is alweer de 8ste werkdag, dat ik thuis werk in verband met de coronacrisis. Over het algemeen zie je dan veel minder mensen natuurlijk en kom je veel minder van je plek. Overigens qua telefoontjes had ik vandaag volop contact met iedereen. Mooi is wel met dit zonnige weer, dat ik lekker buiten kan lunchen en even koffie drinken en tussen de middag even de hond uit kan laten.

Daar buiten, maar ook in de tuin geniet ik van alles wat er op dit moment al groeit en bloeit. Nu op 25 maart bijvoorbeeld al een tijdje de hyacinten in allerlei kleuren, in de koude grond, of in enkele van de vele speciekuipen met planten.


De hyacint (Hyacinthus orientalis) is een bolgewas uit de aspergefamilie (Asparagaceae) net als de blauwe druifjes. De plant komt uit het oostelijke Middellandse Zeegebied (Midden-Turkije tot Libanon) en soort bloeit in Nederland buiten van maart tot mei. Een enkel bloempje wordt een nagel genoemd. De bol heeft een doorsnede van 3–7 cm. De langwerpige bladeren zijn 15–35 cm lang en 1–3 cm breed. Ze groeien vanuit een bladrozet aan de voet van de plant. De centrale stengel draagt twee tot vijftig geurende bloemen en wordt 20–45 cm hoog. De bloeiperiode valt vroeg in het voorjaar.

De hyacint heeft een lange geschiedenis als siergewas. De soort werd oorspronkelijk in het Middellandse Zeegebied geteeld, later in Frankrijk. Nu is Nederland een belangrijk centrum van de hyacintenteelt.

Er zijn meer dan tweeduizend cultivars ontwikkeld. De kleuren variëren: wit, blauw, geel, roze, rood en paars. Ook is de selectie er op gericht geweest het aantal bloemen per plant te verhogen van veertig tot honderd bloemen per plant.



dinsdag 24 maart 2020

Blauwe druifjes

Een bijzondere tijd de coronacrisis, zo hebben wij afgelopen weekend de verjaardag van mijn lief gevierd met slechts twee personen op visite, maar het was wel erg gezellig. Het gourmetstel, dat ik met Sinterklaas van mijn dochter had gekregen uit het keukenkastje gehaald en heerlijk onze buiken vol gegeten. De anderhalve meter afstand per persoon was nog niet helemaal gelukt, maar binnenshuis met visite gold die regel ook pas sinds gisterenavond.
Gisteren was de vrije dag van ons beiden. Het was ‘gelukkig’ heel rustig in de bossen bij Heerde, want daar hebben wij samen de hond even uitgelaten. Wij zijn slechts een ander stel tegengekomen. De man maakte naar ons de opmerking bij het passeren op zo’n 2 meter afstand ‘melaats’…
Het is verder heerlijk zonnig en gisteren hebben wij op ons eigen terras, want daar mag het nog, koffie gedronken met worteltjestaart. De tuin en de bakken in de tuin doen het prima, bloeiende tulpen, narcissen, blauwe druifjes, hyacinten en nog veel meer!


Blauwe druifjes (Muscari botryoides) is een plant uit de aspergefamilie (Asparagaceae) of Hyacinthaceae. De bloemen staan dicht op elkaar, en zijn bijna bolvormig. De onderste bloemen zijn knikkend, en de bovenste licht opstaand. Deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of zijn helemaal wit. De blauwe druifjes komen oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en uit Klein-Azië. Deze plant is vooral in de warmere gedeeltes van Midden-Europa verwilderd geraakt en groeit nu in boomgaarden en in wijngaarden. De plant groeit in Nederland vooral in graslanden, en langs duingebieden, maar is ook te vinden in het bos en in het weiland.

vrijdag 20 maart 2020

Speenkruid

20 maart 2020, Nederland is nu een volle week in de ban van de coronacrisis. Ik werk niet in de zorg, een winkel of in de bouw en werk dus thuis, schaft thuis en tussendoor laat ik wel eens de hond uit. Daar worden wij beiden blij van.

Maart, er bloeit al van alles, de blauwe druifjes in onze tuin, de goudsbloemen nog steeds, narcissen, hyacinten en de tulpen op een na bijna. De keizerskroon bloeit ook bijna. De forsythia staat in bloei en in het park komen de eerste paardenbloemen nog klein in bloei, maar het kleurt echt geel waar het speenkruid al bloeit. Ik loop door het park, twee Vlaamse gaaien zitten, achter elkaar aan, twee vinkjes ook en even voorbij waar het speenkruid bloeit onder de tamme kastanje doen twee jongens bokstraining, in de sportschool kan nu niemand terecht. Boksen, is dat wel slim nu? Toch een contactsport ook al slaan ze alleen op elkaars handschoenen.

Affijn ik vervolg mijn wandeling verderop nog meer speenkruid. Het is een grijze dag, dus de bloemen openen zich niet helemaal vandaag.

speenkruid op een 'grijze' dag

Het speenkruid (Ranunculus ficaria) is een laagblijvende voorjaarsbloeier en behoort tot de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De plant wordt tot 30 cm hoog en bloeit van maart tot mei. De hartvormige bladeren zitten aan het uiteinde van een lange bladsteel. De gele bloemen hebben acht tot twaalf kroonbladeren en drie groene kelkbladeren, een afwijking ten opzichte van de overige leden van de ranonkelfamilie. Bij slecht weer blijven de bloemen gesloten, bij zon spreidt de bloem zich wijd open. De planten vormen als het ware een "tapijt" dat vaak niet hoger is dan 10 cm. Na de bloei sterft het bovengrondse deel van de plant af, de ondergrondse knolletjes van enkele millimeters lengte blijven in leven. Bij de zaailingen treft men slechts één zaadlob aan, de plant hoort als lid van de ranonkelfamilie echter tot de tweezaadlobbigen. De tweede zaadlob was oorspronkelijk wel aanwezig. 
De bladeren van gewoon speenkruid bevatten veel vitamine C. Vroeger werd de plant dan ook gebruikt tegen scheurbuik. Ze werd ook veel verwerkt in salades. Belangrijk is dat de bladeren dan voor de bloei worden geplukt. Tijdens de bloei ontwikkelt de plant in de bladeren namelijk protoanemonine en saponine, giftige stoffen. De bladeren smaken dan bitter en worden dan ook door weidedieren gemeden.
Bij drogen wordt protoanemonine omgezet in een minder werkzame stof, anemonine, die ook giftig is. De plant bevat ook etherische olie.

woensdag 18 maart 2020

Spoolde, Het Engelse Werk avondwandeling


Gisteravond na de warme hap besloten wij samen om nog vlak voor het donker werd, onze hond even ergens anders uit te laten, dan in het parkje vlak bij huis. Even naar de rand van Zwolle naar Het Engelse Werk in Spoolde en aan de IJssel. Er waren best veel wandelaars nog op dinsdagavond 17 maart 2020. Maar ja, wat heb je voor alternatieven, corona-crisis, horeca dicht, sportverenigingen dicht enz. Maar hier is het prachtig, wat een mooi luchten: Avondrood! -goud, oranje en geel Wij hebben gisteravond dan ook veel meer tijd langs de IJssel-oever doorgebracht, dan in het park zelf!




maandag 16 maart 2020

Renesse, Delta Klimaatpark

Toen ik een eind februari in Zeeland in het Delta Klimaatpark liep zag ik wilgenkatjes. De katjes van deze snelgroeiende struiken en bomen doen het ook altijd geweldig in een vaas, maar zijn toch het mooist in de boom zelf ;) Tsja welke boom is nu Nederlandser dan de wilg, die overal in natte laaggelegen gebieden als een van de eerste bomen of struiken op schiet.
Een jaar af zes geleden op 10 maart zette ik ook al eens wat takken op de foto dicht bij huis.
Die wil is inmiddels behoorlijk gesnoeid en op die plek kan ik op dat moment het bruggetje ook niet over, want het water is zo hoog dat het bruggetje onder water staat.
Wilg (Salix) is een geslacht van tweehuizige bomen en struiken uit de wilgenfamilie (Salicaceae). Het zijn bladverliezende bomen met verspreide bladstand. De knop heeft één knopschub. De bloeiwijze van de wilg heeft de vorm van een katje en groeit uit de zijknoppen van een eenjarige twijg. Wilgenkatjes zitten of staan, dit in tegenstelling tot de hangende katjes bij populieren. De pluizige zaden worden door de wind verspreid, maar zijn slechts korte tijd kiemkrachtig. De meeste soorten kunnen worden vermenigvuldigd door middel van stekken. Wilgen zijn pionierssoorten met grote lichtbehoefte. Ze komen veel voor langs sloten en plassen. Ze houden van een vochtige bodem en groeien zeer snel. Doordat de wortels de grond luchtig maken en door de humusvorming van blad en takafval, wordt de grond geschikt voor soorten die volgen, zoals es, eik. De watermerkziekte en torsiekrachten van de wind zorgen ervoor dat een wilg meestal niet ouder wordt dan veertig tot vijftig jaar. Wilgen zijn voor insecten een belangrijke leverancier van stuifmeel. Vooral diverse solitaire bijen zijn afhankelijk van bloeiende wilgen. Het geslacht Salix omvat ongeveer 300 soorten, waarvan er 12 in Nederland en België voor komen.

Meer over en vanuit Renesse staat in onderstaande stukjes

vrijdag 13 maart 2020

Blaaswier


Wij nemen op onze strandwandelingen vaak wat mee l.v.t. (leuk voor thuis). Meestal zijn dat schelpen of sepia, vooral voor decoratieve doeleinden thuis of in de tuin. Van sommige zaken zoals dit blaaswier op het Noordzeestrand van de Brouwersdam bij Ouddorp maken wij alleen een foto. Hoe nuttig het ook is, in onze vijvers zal het niet gedijen.


Blaaswier (Fucus vesiculosus L.) is een bruinwiersoort. Het groeit aan de noordelijke kusten van de Atlantische en Stille Oceaan evenals in de Noordzee en Oostzee. De soort komt regelmatig voor in kelpwouden. Het wier bezit luchtblazen die als drijforgaan dienstdoen.

Blaaswier filtert het jodium uit het zeewater. Hierdoor werd blaaswier vroeger veel gezocht als belangrijkste bron voor jodium. Deze ontdekking uit 1811 leidde tot de behandeling van verschillende soorten struma. Tegenwoordig is blaaswier teveel besmet met zware metalen om te eten, dit is dan vooral in gebieden met zware industrie, zoals de kusten van Japan en de VS. In deze gebieden moet het eten van zeewieren worden ontraden. Een groot probleem, vooral voor Japan welke een kwart van zijn groenten uit zee haalt.


vrijdag 6 maart 2020

Rozenburg, file

Na de koffie op de Brouwersdam stapte mijn lief weer achter het stuur, ik op de bijrijdersstoel en de hond op de achterbank. Vlot reden wij Goeree-Overflakkee, de Haringvlietdam en Voorne-Putten over. Door de Thomassentunnel op de A15 reden wij achter een ambulance. Deze knipperde met zijn waarschuwingslichten. File. Hier bleven wij maar liefst 2 en ½ uur stilstaan. Nou ja stil. In die tijd reden wij van zeg maar 100 meter voor het einde van de tunnel tot een halve kilometer voorbij die tunnel.

Wij kwamen er via internet en later de radio, dat er een ongeluk was gebeurd.

28-2-2020 13:15, De A15 is weer open bij Hoogvliet richting Ridderkerk na een ongeluk vrijdagmorgen met vijf auto's en een vrachtwagen. Tien personen zijn gewond geraakt. Zes van hen zijn overgebracht naar het ziekenhuis. Onder de gewonden zijn twee kinderen. De zes gewonden zaten in twee van de zeven auto's. In een auto zaten twee personen bekneld; een volwassene en een kind. Die zijn door de brandweer uit hun benarde positie bevrijd. 
De oorzaak van het ongeluk is nog niet bekend. 
Het ongeluk gebeurde rond half tien. Daarna werden alle vier de rijbanen afgesloten. Rond 13:15 uur werd de weg weer vrijgegeven.
Vanaf de Maasvlakte (N15) tot aan het ongeluk staat het verkeer vast. Dat geldt ook voor het onderliggende wegennet.

Tegen half twee waren wij weer echt onderweg de Van Brienenoordbrug over, Rotterdam, het werd tijd voor een sanitaire stop en een lunch, die namen wij bij de ‘Pleisterplaats’ bij Moordrecht rond half drie. Daarna verder naar huis. Op vrijdag kom je dan al in de avondspits.
Affijn rond vier uur waren we weer in Zwolle. Het was weer een fijne vakantie.

Ouddorp, Zee

Vrijdag 28 februari was al weer onze laatste dag van onze midweek in en nabij Renesse Zeeland.

Na het ontbijt de auto inpakken, want 10 uur moet het huisje weer leeg zijn. Ook onze hond werd al opgewonden van het inpakken. Op een gegeven moment ver voor vertrek springt ie al voor de bijrijdersstoel van de auto. Door op de chauffeursstoel, kont tegen de claxon, mweuh en er weer uit.
Onze Belgische buren vonden het ook grappig. Zij spraken ons er nog even over aan bij het sleutel inleveren bij de receptie van het park.

Ruim voor tienen waren wij dan toch al onderweg. De mooie Brouwersdam op via de met zand ondergestoven parallelweg, want wij wilden nog even het strand op. Naast de strandtent zee op hoge palen nog net in Scharendijke Zeeland, ligt het strand van de Ouddorper (Zuid-Hollandse) kant van de Brouwersdam. Hier hebben wij nog heerlijk even met de hond gewandeld en daarna weer terug in strandpaviljoen Zee op hoge palen een lekkere kop koffie gehaald en gekeken of er nog iets voor ons lag, weer wat schelpen mee en er lag ook volop blaaswier. Daarna zijn wij teruggelopen naar onze auto, om de thuisreis te vervolgen richting Zwolle over onder andere de A15 door Rozenburg.

'Zee'

onderweg naar koffie

Zicht op Goeree-Overflakkee



Scharendijke, lekkerbekje en patat

’s Ochtends hadden wij al in de regen gelopen op het strand bij Nieuw-Haamstede. Na de koffie moesten wij nog maar even een uitje zonder hond verzinnen. Wij gaan kijken en lunchen in Scharendijke en het na Zierikzee tweede stadje van Schouwen-Duiveland Brouwershaven.

Wij reden via Noordwelle en Ellemeet naar Scharendijke, een dorpje achter de dijk van het Grevelingenmeer. In het centrum van het dorp was niet veel, even buiten het dorp vonden wij een leuk cafetaria ’t Koepeltje met uitzicht over het natte land, om te lunchen. Nu zou het onze warme maaltijd worden. Trouwens een koepeltje had deze zaak vroeger misschien, nu in elk geval niet meer, maar wel een mooi groot raam om naar buiten te kijken. Wij kozen beiden voor een lekkerbekje met patat, eigenlijk net als precies een jaar geleden in Joe's Kitchen in York, hoewel het daar (maar dat was in een restaurant) toch lekkerder was.

Na onze maaltijd stapten wij weer in onze auto en zochten de supermarkt op, een Plus deze keer aan de rand van het dorp. Mijn lief kocht nog een lippenstift in de zaak er naast en in de supermarkt kochten wij nog, wat wij nog nodig hadden voor de laatste avond hier en morgenvroeg.

Daarna keken wij nog even ergens over de dijk het Grevelingenmeer in, reden langs de dijk naar Brouwershaven, best een pittoresk stadje denk ik, maar wij zijn in het centrum waar wij ook doorreden de auto niet uitgeweest, vies weer hé. Wij reden richting Moriaanshoofd, langs wat uitgestrekte vogelrijke plassen en weer terug naar ons stekkie tussen Burgh-Haamstede en Renesse.

Tijd voor een rosé-wijntje.

Morgen alweer naar huis.



Nieuw-Haamstede, vuurtoren

Ook de vierde vakantiedag in Renesse begon 27 februari weer als de derde en de tweede, maar wel met aanmerkelijk slechter weer: geen wind, maar een constante regen. Wij besloten deze ochtend na ons ontbijt de hond uit te laten op het strand voorbij de vuurtoren in Nieuw-Haamstede. Een prachtige toren, maar helaas voor ons. Hij stond in de steigers.
De Wester-Schouwen of Westerlichttoren is ontworpen door Leendert Valk en gebouwd tussen 1837 en 1840. Met 50 meter hoogte en een lichthoogte van 58 meter boven zeeniveau, is dit een van de hoogste vuurtorens van Nederland.
De basis van de toren zijn ongeveer 2,5 meter dikke muren, die naar boven toe steeds dunner worden. Hij is beschilderd met een rode en een witte band die in een spiraal omhoog lopen. Bemand is deze toren niet meer. Het radarbeeld wordt doorgestuurd naar de Kustwachtpost op het Westhoofd. De vuurtoren is niet toegankelijk voor publiek.
In 1979 is het oude lichthuis vervangen door een nieuw exemplaar die een radarantenne kan dragen. Het oude lichthuis is tegenwoordig in gebruik als kantoortje van de havenmeester in Burghsluis.
De verlichting gaat automatisch aan en uit door middel van een lichtsensor. Aan het karakter van het licht (group flash 2+1) herkent de zeeman de vuurtoren. Het lenzenstelsel, dat voor het karakter zorgt, werd in 1953 geïnstalleerd. De lichtbron was eerst een gloeilamp van 4200 watt, nu een gasontladingslamp van 2000 watt.
Deze vuurtoren is vooral ook bekend door het feit dat graficus Oxenaar zijn beeltenis heeft gebruikt op het bankbiljet van 250 gulden, dat daardoor bekend werd als "de vuurtoren".
De vuurtoren heeft niet lang de aandacht van ons beiden gehad, door de regen gingen wij de duinen over en maakten met onze hond, de dagelijkse strandwandeling. Ook hier zagen wij weer veel moois op het strand. Ik ergerde mij in het begin wel een tijdje aan een man, die in tegenstelling tot ons zijn hond niet onder appél had. Die hond zwierf steeds bij onze hond en noodgedwongen liep deze man daarom maar dezelfde route als wij. Gelukkig verdween hij weer eerder van het Zeeuwse strand dan wij.

De middag zouden wij nog even Scharendijke en Brouwershaven gaan bezoeken.

Renesse, roodborstje

Gedurende onze vakantie eind februari 2020 genoten wij dagelijks van de aanwezigheid van roodborstjes in de tuin voor onze vakantiewoning. De hele dag pikten ze van de restjes brood, die wij voor de vogeltjes op de tuintafel hadden gegooid.



Het roodborstje (Erithacus rubecula) is een zangvogel uit de familie Muscicapidae (vliegenvangers). Hij waagt zich dicht bij huizen, vooral 's winters. Verder is het een zeer talrijke broedvogel van grote tuinen, parken en bossen.

Het roodborstje is vrij gedrongen en ze hebben een opvallende bruinrode tot oranje keel. De staart is roodbruin, de rug bruin en de buik lichtgekleurd. Dit vogeltje zingt het hele jaar door. Hij begint 's ochtends te zingen als het nog donker is. Bij gevaar stoot hij de kreet 'tsik' uit. Bijzonder bij de roodborst is dat ook de vrouwtjes zingen, vooral in de herfst. Jonge vogels hebben een gespikkelde kop en borst. Het vogeltje is 14 cm lang. Tegen soortgenoten zijn zowel mannetjes als vrouwtjes heel agressief. Zowel in de zomer als in de winter verdedigen zij hun territorium fel.
Het roodborstje eet voornamelijk op de grond levende insecten (vooral kevers) en slakken, wormen en spinnen. Van de herfst tot vroeg in de lente vormen wormen, fruit en bessen een belangrijk deel van zijn dieet.

De roodborstjes die je 's winters in de tuin ziet zijn meestal afkomstig uit noordelijker gelegen gebieden. Deze komen in de herfst naar onze kant op, maar aangezien de bosterritoria dan al bezet zijn door onze inheemse roodborstjes moeten ze hun toevlucht in tuinen zoeken. De broedvogels van Nederland en België zijn deels trekvogels die in Spanje overwinteren en deels overwinteraars, die dan vaak ook opschuiven naar stadstuinen.

Het roodborstje broedt van april tot in juli. Hij heeft in die periode twee legsels, met ieder vijf tot zeven eieren. De eieren zijn gemiddeld 2,5 cm lang en blauw-wittig van kleur met kleine rode vlekjes.

Meer over en vanuit Renesse staat in onderstaande stukjes


Burgh Haamstede, strand Westenschouwen

Woensdag 26 februari startte niet heel anders, dan de dinsdag, niet mijn lief, maar ik deed de eerste ronde met onze hond, daarna ontbijt, roodborstje zat alweer klaar en weer naar het strand.
Het strand bij Westenschouwen

Deze keer besloten wij een wandeling te maken bij de buurtschap Westenschouwen op het strand van Burgh-Haamstede met uitzicht op de Oosterscheldekering. De omstandigheden (wind) waren niet anders dan de dag ervoor. Je ziet wel, dat er op elk stuk strand weer andere dingen (schelpen, planten) aanspoelen. Na de wandeling genoten wij van twee heerlijke bakken koffie in strandpaviljoen De Buurman. Zij hadden daar een grote hond loslopen, Da’s mooi, dan konden wij die van ons ook laten begaan.
ingewaaid zand, toilet paviljoen
Na de koffie nog even wandelen op strand en duin en daarna gingen wij weer op huis aan.

’s Middags moesten er nog wel boodschappen komen. Die haalden wij deze keer in de Jumbo van Renesse. Verder nog even gewinkeld in dit verder niet zo mooie dorp, maar wel met alle voorzieningen die wij nodig hadden. Wij hebben nog een souvenir voor onze dochter gekocht en was spul voor ons zelf, waaronder een koelkastmagneet en een blikken ansichtkaart.

Daarna voor wij weer naar op huis aan gingen nog even lunchen. Elk 2 loempiaatjes met eend en een glas verse sinaasappelsap bij restaurant De Wig. Was wel lekker, maar erg weinig, dus echt laat zullen wij vanavond niet warm eten. Na de lunch nog een rondje door het dorp en op huis aan.

Tegen zessen hebben wij met onze hond nog een wandeling gemaakt over de Lage en Hoge Zoom. Was ook erg leuk met spannende luchten.

Morgen maar weer ’s verder kijken.

 



Zierikzee en strand Renesse

Erg laten waren wij niet wakker dinsdag 25 februari. Na de rit naar Renesse met een tussenstop in Hellevoetsluis, hadden wij gewoon zin in een nieuwe dag en om naar het strand te gaan.
Deze eerste volledige vakantiedag aten wij het ontbijt met spullen die wij gisteren al van huis hadden meegenomen. Wij hadden nog wat brood over, dan verkruimelden wij voor de zangvogeltjes voornamelijk roodborstjes, maar ook koolmeesjes en een pimpelmees, die snoepten vanaf onze plastic terrastafel. Dit is een genot om naar te kijken.

Na het ontbijt en een douche reden wij samen met onze hond naar het strand bij Renesse. Een heerlijke strandwandeling hebben wij daar gemaakt. Op de opgang naar het strand bood een vrouw ons aan, om nog een foto van ons samen te maken. Altijd leuk, niet alleen maar selfies van ons samen te hebben.

Tussen stuivend zand op een winderig strand zuidwaarts lopend is het heerlijk wandelen. Nog wat ‘strandvondsten’ meegenomen voor straks in de tuin, sepia, wat schelpen. Handig dat wij hiervoor een hondenpoepzakje over hadden.

Na de eerste wandeling nog heerlijk even van ons af zitten kijken op een bankje achter de duinen met zicht op het dorp Renesse. Daarna hebben wij de auto weer gepakt en zijn wij naar onze tijdelijke woning teruggereden.

Na de koffie vonden wij het tijd om, maar eens ergens anders te kijken. Ditmaal zonder hond, want ook nieuwe boodschappen moesten er komen. Het eiland overgereden naar de grootste plaats Zierikzee. Zo groot is deze stad ook weer niet, maar wel erg mooi en alles wat wij nodig hadden konden wij hier krijgen. Een souvenir in de Xenos gekocht voor onze zoon, die thuis aan het werk is en, nog wat andere winkels bezocht en ten slotte naar de Albert Heijn voor onze boodschappen voor vandaag. Ondertussen de mooie plekken van deze stad bekeken waaronder de stadspoorten de monumentale Zuidwellebrug, die i.v.m. te starten renovatiewerkzaamheden afgesloten was, en het ‘nautische’ gebied nabij molen Den Haas.

Oude Haven

Zuidhavenpoort

Den Haas

Na dit uitje reden wij weer terug richting Renesse, waar ik voor wij even gingen lunchen in ons huisje eerst onze hond nog maar even een rondje gaf door het Delta Klimaatpark. Het begon te regenen.
Onze timing is weer perfect vandaag.

Morgen weer zo'n start?

woensdag 4 maart 2020

Renesse, Klein Poelland

Wij hadden een klein uur ervoor nog lekker samen geluncht in Hellevoetsluis, daarna de zijn wij de Haringvlietdam over gereden, over Goeree-Overflakkee, vervolgens steken wij het Grevelingenmeer over via de Brouwersdam, die redelijk met zand was overstoven, nog een stukje Schouwen-Duiveland en wij arriveren op ons vakantiepark voor deze midweek Klein-Poelland in Renesse.

Wij gingen naar de receptie, om de sleutel en namen intrek in het huisje op de mooiste plek van het park, direct bij de uitgang. Beetje inhuizen, spullen de auto uit en een plekje geven in ons huis voor deze week en daarna... koffie! Helaas de koffie niet ingepakt vanuit huis. Gelukkig is er een mini-markt bij de receptie en die is nog geen 100 meter van ons huisje. Pak koffie gekocht en een lekker bakje drinken.

Daarna de hond er maar weer even uit op deze winderige dag. De Lage Zoom oversteken en een eindje verderop het klimaatpark in. Hier konden wij mooi even wat water pompen, rondkijken en onze benen strekken. Onze eerst indruk van Zeeland. Wijd open landschap, in de verte de dijk van de Oosterschelde met daaarop de Stompetoren van het verdronken dorp Koudekerke.

Weer in ons huisje terug lekkere nasi gemaakt en 's avonds, tv, rosé'tje, rummicup en muziekje op spotify. Morgen de omgeving maar weer eens war verder uitkammen en naar het Noordzeestrand.



Wijds landschap

Op ons park

onze 'voortuin'

Meer over en vanuit Renesse staat in onderstaande stukjes


Hellevoetsluis, vuurtoren


Op 24 februari begon ons midweekje vakantie en de bestemming was deze keer Renesse op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland. Lekker uitgeslapen vertrokken wij mijn lief, onze hond en ik met onze auto vanuit Zwolle naar Renesse. Zoals altijd rijdt mijn vrouw. Onze hond op de achterbank. Ik op de bijrijdersstoel.

Op de heenweg ging alles wel lekker vlot. Voorbij Amersfoort was het natuurlijk wel drukker, maar al vlot passeerden wij Rotterdam en besloten op Voorne-Putten in Hellevoetsluis te gaan lunchen. In eerste instantie hadden wij routeplanner op een zaakje niet aan het water gezet, maar wij zijn toch door gereden langs de waterrijke vesting naar restaurant Aquarius aan het Haringvliet en vlak bij de vuurtoren.

In Aquarius geluncht met een alcoholvrij biertje en een uitsmijter. Daarna nog een rondje met de hond over de bolwerken van het vestingstadje gelopen en daarna reden wij verder richting Zeeland.

Vuurtoren van Hellevoetsluis

De vuurtoren van en Hellevoetsluis kende ik tot dan alleen uit artikelen en advertenties in de Waterkampioen, waarvan wij een jaar of 17 geleden eens een jaar abonnee zijn geweest.

De Vuurtoren van Hellevoetsluis is een ronde, witte, bakstenen vuurtoren, twee verdiepingen en 18,1 meter hoog. De toren van Rijkswaterstaat uit 1822 is ontworpen door Jan Valk en aan het Haringvliet bij de haveningang gebouwd door K. van Golverdingen. Na de bouw werd de toren voorzien van drie parabolische reflectoren die het licht bundelden. In 1901 is de toren verbouwd en in 1933 werd het optiek vervangen. In 1965 is de vuurtoren gerestaureerd. Sinds 2013 is de lichtinstallatie vervangen door led-verlichting.  In 2005 werden door middel van hulp van de gemeente Hellevoetsluis en vele bewoners van de stad de restauratie van de toren bekostigd.