zaterdag 24 maart 2018

Praag, de Burcht

Op vrijdagavond met de bus aangekomen en de zaterdag in begin maart, die wij ook al in het centrum van Praag doorbrachten, zagen wij hem steeds al boven de stad uit torenen vooral wanneer wij in de buurt van de Moldau waren. Op de heuvel zelf waren wij ook al geweest, maar de zondag gingen wij echt naar toe de Pražský hrad (Tsjechisch voor Praagse Burcht). Dit is een stad op zich. Volgens mij een stuk groter dan Windsor Castle, tot dan toe het grootse kasteel, dat ik had bezocht.

Wij gingen met een groep Nederlanders en een Nederlands sprekende Tsjechische gids naar de burcht, zo een met een paraplu met een sjaaltje er aan, om haar makkelijk terug te kunnen vinden. Tsja we gingen met een behoorlijk gemixt gezelschap. Er was zelfs een (volgens ons beiden en ook vele anderen in de groep) een dakloze bij, een wat wereldvreemde, maar volgens mij zeer intelligente man (gezien de vragen, die hij de gids stelde). Hij had oude onfrisse, slecht passende kleding aan, een zak vol foldertjes bij zich en hij schoot foto's met een ouderwets kleine wegwerpcamera.
Het was nog niet heel druk, toen wij naar binnnen gingen rond tien uur, maar een koffie een halve rondleiding en dus anderhalf uur later bij de wisseling van de wacht was er al aanmerkelijk meer volk.

Na het bekijken van de wisseling van de wacht verlieten wij de burcht weer en daalden wij af naar de Malá Strana (Kleine Wijk).



De originele Praagse burcht stamt uit 880 en is gesticht door Borovoj, de oudst bekende vorst van de Przemysliden. De huidige gebouwen zijn in drie bouwstijlen opgetrokken: romaans, gotisch en classicistisch. Het begin werd gemaakt door vorst Wenceslaus I. Op de "Heuvel der Goden" liet hij in 925 een rond gebouw als veilige schrijn voor de hand van Sint-Vitus bouwen. De met houten palen omheinde vesting werd in de 11e eeuw door koning Bretislav I door een stenen burcht vervangen.
De Praagse burcht vormt tegenwoordig een van de grootste gesloten paleizencomplexen ter wereld. Alleen de voorzijde is al een halve kilometer lang. De burcht is de grootste burcht ter wereld, met een oppervlakte van 7,5 ha.

vrijdag 16 maart 2018

Versailles, kasteel (chateau)

Ooit waren wij samen met mijn hardloopvereniging met een hele groep in oktober naar Parijs, om daar de 20 Kilometer van Parijs te lopen. Het was een leuk weekendje in de Franse hoofdstad.

Na de vrijdag, waarop wij aankwamen in Parijs en de avond gezellig in de stad, een pizzeria en in het hotel, gingen wij de dag erop na het ontbijt met zijn allen het kasteel van Versailles bezoeken.
Ja dat is toch echt groot en mooi, fantastische schilderen en mooie tuinen.

's Middags weer terug naar de grote stad, want voordat ik zou hardlopen was er nog heel wat te bekijken.



Het kasteel is een van de grootste ter wereld en een van de drukstbezochte bezienswaardigheden van Frankrijk.

In het Nederlands en in veel andere talen, wordt vaak van het paleis van Versailles gesproken. In Frankrijk wordt de benaming palais echter enkel gebruikt voor een gebouw in de stad, een gebouw op het platteland wordt château genoemd. Het kasteel van Versailles lag van oorsprong op het platteland (de stad Versailles is later naast het kasteel gebouwd) en bovendien was het oorspronkelijk een echt kasteel dat door de verbouwingen de allure van een paleis kreeg.

In 1624 werd bij het dorp Versailles een jachtslot van rode baksteen en zandsteen voor koning Lodewijk XIII opgetrokken. Zijn zoon Lodewijk XIV breidde het uit tot een reusachtig bouwwerk in een 800 hectare groot domein. De eerste architect was Louis Le Vau. In 1680, onder leiding van de architect Jules Hardouin-Mansart, werd het kasteel enorm vergroot. Het interieur werd door Charles Le Brun beschilderd.

Het kasteel van Versailles was bekend om zijn weelderige hoffeesten en strenge protocol; het is daarom het symbool bij uitstek voor het Ancien Régime. Het paleis bezat 226 woningen en dubbel zoveel appartementen voor een persoon. Men schat dat er op het einde van de regeerperiode van Lodewijk XIV dagelijks tussen de 3000 en 10.000 hovelingen in Versailles verbleven, de ene uit nieuwsgierigheid, de andere uit relationele motieven, maar de meeste om hun brood te verdienen.

Het kasteel, de voornaamste residentie van de Franse koning, was ook het regeringscentrum en het militaire hoofdkwartier van Frankrijk.

Afsluitdijk, kruiend ijs

Het eerste weekend van maart begon met nog streng winterweer, wij hadden een week met harde oostenwind gehad en een paar ijsdagen. In de loop van zaterdag begon het te dooien, zondag was al het ijs al onbetrouwbaar en de maandag na het weekend bleek, dat het in een weekend tijd van -10 naar + 10 graden was gegaan.

Die maandag reden wij samen met onze hond voor ons midweekje naar Julianadorp aan Zee. Wij hadden ons prima vermaakt. Op het IJsselmeer zagen wij die maandag nog grote ijsvlakten en tegen de Afsluitdijk al wat kruiend ijs. De duinen en Noordzee waren gedurende de hele week ijsvrij, alleen op de slootjes achter de duinen zagen wij (steeds minder) ijs. De vrijdag, daarna na een hele week overdag circa plus 9 graden, zagen wij terug op de Afsluitdijk onderweg naar huis, via een tussenstop bij mijn ouders in Leeuwarden, toch nog volop resten van de winter die wij in de laatste week van februari en begin maart hadden tegen de dijk liggen.
Kruiend ijs is vaak het gevolg van harde wind na een flinke vorstperiode. Boven meren of andere grote wateroppervlakken, zoals het IJsselmeer of de Waddenzee, krijgt de wind vat op de enorme ijsvelden, die dan in beweging komen. De ijsschotsen worden door de wind over grote afstand tegen elkaar geduwd, waardoor de spanning over de hele lengte toeneemt. De krachten die daarbij optreden zijn enorm. De grote ijsplaten worden moeiteloos tegen de zwaartekracht in omhooggeduwd en kunnen zo over dijken heen schuiven. De ijsblokken of -velden kunnen ijsdammen opwerpen als ze over elkaar schuiven, kistwerken genaamd. Kistwerken ontstaan vooral in scherpe bochten of bij obstakels.

Jaren geleden heb ik na een strenge winterperiode in Hindeloopen wel eens metershoge bergen kruiend ijs tegen en over de dijkbeschoeiing zien liggen, daarbij is het ijs op de foto hierboven nog kinderspel.


zondag 11 maart 2018

Julianadorp aan Zee, sauna

Het gebeurt maar heel weinig, dat wij in een korte vakantie een huisje met een sauna boeken. Afgelopen week in Julianadorp aan Zee was dit het geval. Ons huisje in een prachtig klein park, vlak tegen de duinen had een sauna.

Wij waren al veel vaker in sauna's geweest, maar nu hebben wij er 4 dagen 1 tot onze beschikking.
Maandag de eerste dag, na wandelen in de duinen en langs zee en de heenrit en na de warme maaltijd werd het tijd. De sauna was opgewarmd en zou 3 uur aanblijven, de temperatuur maximaal.

Wij er samen in. Wij hadden het wel eens langer in sauna's volgehouden. binnen 10 minuten namen wij omstebeurten een koude douche en gingen wij vervolgens een kwartiertje op ons handdoek op de bank in de woonkamer zitten. Daarna, tweede sessie, nog iets korter, koude douche, kwartiertje bank, derde sessie, ook net geen tien minuten, koude douche, kwartiertje bank. Aankleden, biertje.

De volgende dag kan ie wel twee en een half uur i.p.v. drie en de temperatuur een standje lager.
Die ochtend ook weer een hele mooie wandeling gedaan, boodschappen daanna in Julianadorp, nog eens gekuierd, rummikub gespeeld en na de warme maaltijd met elk een heerlijk paardenbiefstukje, weer in de sauna, per sessie hielden wij het toch net wat langer voor dan de dag ervoor, maar na twee sesssies vonden wij het wel weer voldoende. 'Je zit eigenlijk alleen maar naar die zandloper te kijken, terwijl wij vervolgens daarna op de bank gezellig kletsen'.

De woensdag, de dag dat wij onder andere Fort Kijkduin in Huisduinen bekeken, was de temperatuur nog een tandje lager, de duur ingesteld op twee uur, maar na een sessie (wel de hele zandloper uitgezeten / uitgekeken) vonden wij het welletjes.

De vierde dag geen sauna, maar gezellig samen in het grote bad, dat wij ook in dat huisje hadden. Veel gezelliger:)

Fort Kijkduin, buiten het mooist

Heerlijk zo'n midweekje aan de Noordzeekust in Julianadorp aan Zee. De derde dag besloten wij naar Fort Kijkduin te gaan in Huisduinen. Een van de prachtige  forten van de stelling van Den Helder.
Het buitendeel boven kun je gratis bekijken. Dit is al best de moeite waard. Het uitzicht op deze plek is fascinerend. Wij gaan naar binnen, beneden. Wij betaalde de entree en gingen eerst het museum bekijken. Over het algemeen was dit niet zo aan ons besteed, te statisch. Veel aangeklede poppen en niet geweldig uitgelicht. Verder andere spullen voornamelijk uit de Tweede Wereldoorlog.

Na deze tentoonstelling loop je nog even onder buiten. Grappig was, dat daar aan de achterkant ineens een fazantenhaan opvloog. Schrok van ons, vloog de duinen weer in. Ook nog even de Grafelijkheidsduinen ingelopen waar  o.a. een kudde Schotse hooglanders rondloopt om buiten het fort rond te kijken. Prachtig!

Toen weer naar binnen, om het zeeaquarium te bekijken, voornamelijk met vissen uit Waddenzee en Noordzee. Dit was wel aardig, maar ik heb mooiere gezien. Al met al was het trouwens de entree best waard.

Na het bezoek aan het fort gingen wij op zoek naar een lekkere lunch, dat was Nogal Wiedus op de dijk vlakbij, genieten van een broodje makreel met uitzicht op de Noordzee, Marsdiep,Texel, Noorderhaaks, Lange Jaap, prachtig.



Het fort is gebouwd in opdracht van Napoleon Bonaparte die Huisduinen bezocht in 1811. Hij zag grote waarde in de strategische ligging van Den Helder en wilde er een belangrijke marinehaven van maken. Het moest "het Gibraltar van het noorden" worden. De eerste bouwfase duurde tot 1813. Het was een gemetseld reduit met twee bastions aan de zuidzijde, omgeven door een droge gracht. Het hoofdgebouw bestaat uit acht afgedekte ruimten, ook wel beuken genoemd. Het is vrij groot qua omvang: destijds bood het fort plaats aan ruim 700 soldaten.
In 1996 werd het gerestaureerde fort en het Noordzeeaquarium geopend, dat in het ondergrondse gangenstelsel is gebouwd. 

zaterdag 10 maart 2018

Julianadorp, noordzeekrab

Een heerlijk midweekje in Julianadorp aan Zee. De eerste dag hadden wij ons samen al prima vermaakt. 's Avonds een sauna genomen in ons huisje en prima geslapen. Wij waren al redelijk op tijd wakker en het eerste wat wij besloten te doen was de hond uitlaten. Een flink stuk wandelen.

Bij Julianadorp aan Zee het duinpad op, wij namen niet Strandslag De Zandloper bij vlak bij ons huisje maar zwierven noordwaarts door de duinen. Na een kleine twee kilometer beklom ik even de toren van het voormalige schietkamp Falga, om van het mooie uitzicht te genieten, de Noordzee, de duinen, Huisduinen, Den Helder en Julianadorp. en de nog lege bollenvelden (begin maart) even later namen wij strandslag Falga, prachtig, de zee. Op het strand ligt altijd van alles, vele soorten schelpen, zo nu en dan een krab. meeuwen en strandlopers bij de vloedlijn, echt genieten.

Wij zagen ook een mooie noordzeekrab, toen wij weer richting strandslag De Zandloper liepen.
Na een uurtje daar weer over de duinen, terug naar ons huisje voor een lekker ontbijt. Het was een heerlijke wandeling met de hond en begin van deze vakantiedag.

De noordzeekrab (Cancer pagurus) is een kreeftachtige uit de orde van tienpotigen.De carapax kan tot 27 cm breed worden maar is meestal minder dan 15 cm breed. Van de vijf paar poten heeft het eerste paar scharen, de andere zijn harig. De kleur is roze tot bruinachtig, terwijl de uiteinden van de scharen zwart zijn. De noordzeekrab is vooral te herkennen aan de insnijdingen aan de zijkant van het rugschild. De krabben leven aan rotsige kusten tot een diepte van 100 meter. Ze komt voor in de Noordzee, de Noord-Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee. De Noordzeekrab kan tot 25 cm lang worden en kan tot 4,5 kg wegen

Huisduinen, Lange Jaap

Een midweekje vrij. Wij wilden samen met onze hond weer eens naar zee. Wij hebben een mooi huisje met sauna gehuurd in Julianadorp aan Zee, maar een paar minuten lopen van het strand. Wij zitten niet constant in de sauna, dus hebben wij veel tijd om om te huizen in de duinen en op het strand in het noorden van Noord-Holland. Op een zonnige dag reden in maart wij via Den Helder naar Huisduinen, om daar Fort Kijkduin te bezoeken. Fort Kijkduin ligt nog net in de duinen. Een eindje verder achter de dijk ligt vuurtoren Lange Jaap, die wij vanaf ons huisje 5 kilometer zuidelijker ook kunnen zien.
Verder heb je hier een prachtig uitzicht op Noordzee, Den Helder, Waddenzee, Marsdiep, Noorderhaaks en Texel, kortom een prachtige plek. Na het bezoek aan het fort hebben wij ook nog heerlijk geluncht in Nogal Wiedus, om nog langer van deze plek de bij Lange Jaap te kunnen genieten.

Op 21 september 2021 is rondom Lange Jaap 70 meter afgezet. Wegens scheuren in het gietijzer zou de toren op omvallen staan. Dan moeten wij blij zijn, dat dit een rijksmonument is. Zo'n iconische vuurtoren moet toch blijven?


Lange Jaap is een vuurtoren die net ten noorden van Fort Kijkduin staat in Huisduinen, bij Den Helder. De toren is sinds 1988 rijksmonument. Met een hoogte van 63,45 meter is het de hoogste nog brandende vuurtoren van Nederland (Tussen 1974 en 2008 was dat de vuurtoren aan de Maasvlakte). De bouw van de toren is begonnen in 1877 en het licht is op 1 april 1878 ontstoken. De zestienzijdige toren is geheel opgetrokken uit gietijzeren platen met een opstaande rand die aan elkaar geschroefd zijn waardoor de vuurtoren erg zwaar is (506.100 kg gietijzer). De ontwerper van de vuurtoren was Quirinus Harder, voormalig hoofdconstructeur van de bouwkundige dienst van het loodswezen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de vuurtoren in camouflage-kleuren geschilderd. In 1979 werd er een radarinstallatie op de vuurtoren geïnstalleerd.

In 1992 werd de kap van de vuurtoren vervangen door een nieuw exemplaar. De oude koepel is te vinden op de voormalige rijkswerf Willemsoord te Den Helder. Sinds 1998 is de Lange Jaap gesloten voor publiek vanwege breuken in de gietijzeren vloeren. De Lange Jaap geeft vier schitteringen in twintig seconden. Tegenwoordig is de Lange Jaap op vierenvijftig kilometer afstand te zien.


vrijdag 2 maart 2018

Natuurpark Lelystad, de wisent

Fascinerende runderen vind ik de wisent. Het zijn toch de grootste landdieren van Europa en onder andere in Natuurpark Lelystad kun je ze in het (semi)wild zien.

Al in de 90-ger jaren tijdens mijn training voor de elfstedenfietstocht op mijn fietstochten van Amersfoort naar Hindeloopen of Workum, maakte ik er een gewoonte van om onderweg bij de velden met wisenten in Natuurpark Lelystad even te schaften met het zicht op deze bizonsoort.

Later hebben wij dit Natuurpark met Europese diersoorten vaker bezocht met onze boot en toen heb ik deze foto's geschoten.



De wisent is het grootste nog levende landzoogdier op het Europese continent. De wisent wordt ook wel de Europese bizon genoemd en valt onder de familie van de holhoornigen. Tegenwoordig is de wisent weer aanwezig in de Nederlandse natuur.

Wissenten hebben een egaal kastanjebruine vacht die een perfecte camouflage vormt in een bosrijke omgeving. Kalveren hebben bij de geboorte een meer rossige-grijze vacht die pas na 6 á 7 maanden kastanjebruin wordt. De zomervacht is kort en glad. In de winter worden de haren langer en ruiger met een dichte ondervacht ertussen. De dieren krijgen ‘s winters ook een ‘baard’ aan keel, hals en kin en op het achterhoofd groeit een brede haardos.
De dieren zijn goed herkenbaar aan de hoge rug, slanke bouw en korte, naar boven gekromde horens. Daarnaast hebben de dieren een ‘baard’ aan keel, hals en kin en op het achterhoofd groeit een brede haardos.

Stieren worden tot 1100 kg zwaar en tot 2 meter hoog, koeien wegen tot 600 kg en worden 1,75 m hoog. De grootte en het lichaamsgewicht zijn afhankelijk van leeftijd en geslacht; over het algemeen zijn volwassen mannetjes (stieren) het grootst en het zwaarst. Het vrouwtje (bizonkoe) is minder groot, minder zwaar en heeft kortere horens. In tegenstelling tot de Amerikaans bizon van de prairie is zijn neefje de Europese wisent meer een bosbewoner.

Sloten, stadsomroeper

Onze vaarvakanties in Nederland

Vele jaren geleden, vrijdag 18 juli 2003, onze kinderen waren 8 en 9.


Helaas onze zoon van 8 was 's ochtends een beetje ziek, poepen en spuien. Het weer was die nacht helemaal omgeslagen van gisteren 35 graden naar zo'n 20 graden nu. Dat is toch even afzien, maar varen kunnen wij met onze boot en dat is wat wij deze vakantie volop deden!

Wij zagen ook heel wat stuntelaars die dag in het zuiden van Friesland. Zo ramde een huurboot in de Horst Lohmansluis de zeilboot voor hem. En even later werden wij hier zelf bijna geramd door de boot naast ons. 


Een 'wilde' tocht over het Tjeukemeer gemaakt.  Wij zouden naar Langweer vanaf de andere kant van het meer, maar uiteindelijk gewoon de vaargeul gepakt en via een 'tamme' route richting het 11-steden stadje Sloten gevaren.  Plekje genomen voorbij de brug vlak buiten de stad richting Slotermeer.



's Avonds was er een kannonendemonstratie bij de molen in het centrum. Stadsomroeper erbij van deze kleinste Friese stad. Een leuke voorstelling vooral ook voor onze kinderen. De beste man had het even over Wijckel, het dorp een kilometer verderop, hij was er nog nooit geweest, zei die. Ja, ja dit dorpje is toch net weer even groter met zo'n 1.000 inwoners, dan dit vestingstadje met nog geen 800 inwoners. Tsja, toch is Sloten de stad. Wij hadden ons vermaakt met hem en de dag erop zouden wij verder varen richting Sneek.

Harlingen, visite!

Onze vaarvakanties in Nederland

Vele jaren geleden, onze kinderen waren 8 en 9.

Wij waren die dag (zondag 27 juli 2003) uit de jachthaven van Franeker vertrokken en voeren over het Van Harinxmakanaal naar de havenstad en een der Elf Steden van Friesland: Harlingen!


wij arriveren in Harlingen


In deze stad woont mijn favoriete tante en die konden wij dan mooi even met zijn vieren bezoeken. Een bloemetje gekocht, nadat wij aan de singel waren afgemeerd. Duurde even voor wij te plek waren. Want de bruggen in deze stad gaan maar beperkt open en dicht. Met het bloemetje togen wij naar mijn tante.
Niet thuis! Even bellen en even later kwam zij ons bij de boot ophalen met de auto. Ze toerde ons lekker even rond door de stad en daarna hebben wij heerlijk bij haar thuis wat gedronken en gesnackt. Later heeft zij bij ons aan boord weer lekker Chinees, die wij hadden gehaald, gegeten. Een leuke dag was dat in Harlingen.

De ochtend erop hadden wij weer eens moeite met starten. Tsja problemen met de dynamo. Na wat gerommel en gedoe en gezweet startte die. Later na het schaft bij de Stationsbrug in Franeker startte de motor helemaal niet meer. De plaatselijke monteur gebeld. Hij heeft er wat mee gerotzooid en de motor startte weer. Pas een paar dagen later in Hindeloopen werd het probleem met hulp van mijn zwager pas definitief verholpen. 

Affijn wij voeren weer. Binnendoor zouden wij richting Bolsward. Dit lukte niet. Wij strandden bij een verzakte brug de Spijktille. Deze was volgens de waterkaart van 2002 2,45 meter. Op dat moment was die volgens mij geen 2,20 meer. Te laag voor ons. Nu jaren later is deze brug gelukkig allang weer op juist hoogte gebracht. Maar onze vaartocht eindigde die dag op een op zich wel fijne plek, bij de camping van Easterlittens.

Franeker, aan het gas....

Onze vaarvakanties in Nederland

Vrijdag 25 juli 2003, onze kinderen waren 8 en 9.

Wij op vakantie. De eerste grote vakantie met onze grotere nieuwe motorboot. Wij waren al weer even in Friesland aan het rondvaren en 's ochtends uit het dorpje Deinum bij Leeuwarden vertrokken. Door het Van Harinxmakanaal voeren wij naar Franeker, een van de Friese Elf Steden.

Wij hadden een vrije plek gezocht in de plaatselijke jachthaven en 's middags gingen wij wat funshoppen in de stad. It Sjûkelân (het kaatsstadion) was al helemaal in gereedheid gebracht voor de jaarlijkse PC (dit kaatstoernooi is een van de oudste nog bestaande sportevenementen op de wereld, ouder dan de moderne Olympische Spelen. Opgericht in 1853 werd de eerste Permanente Commissie in 1854 gespeeld). Een circus lijkt het wel zei mijn vrouw. Tsja, dat krijg je met al die tijdelijke tribunes met zeildoek.



Bij het koken hier. Gas op! Dacht ik. Op zoek naar een dealer. Dat was de Welkoop aan de rand van de stad. Toch was de fles niet heel licht. Toch omgeruild, een hele nieuwe weer aangesloten. Nog geen vuur. Bleek er een schuifje (per ongeluk) omgezet te zijn achter in het keukenkastje. Tsja het was toch nog een wat onbekende boot toen.

De dag erop zetten wij weer af richting Harlingen.

131l.

Oostmahorn, zeilschip vlottrekken


03-augustus 2006

Onze dochter (12 jr) Eerst gingen wij varen... we legden aan in Oostmahorn ... liggen er nu nog... zijn naar zee geweest leuk!! 
Alleen af en toe zegt de fiets lebebebebeblebellebellebelle ha ha ha
kizzies miii

Vandaag een uurtje gevaren van het eilandje in het Lauwersmeer naar Oostmahorn. Om 12 uur waren wij er al. Het havengeld is hier pittig, maar we hebben gratis de hele was kunnen doen. Slechts 2 euro voor een droogmunt kostte het. 
Direct na aankomst even een kuiertje over de dijk gemaakt, langs het paviljoen en het oude haventje en naar een supermarkt op het aangrenzende vakantiepark Esonstad. Het was de hele dag miezerig weer met weinig wind. Echt zo'n dag om vroeg te gaan eten.
Dus voor vieren al aan de nasi, lekker. Mijn lief heeft vandaag het eten gemaakt en daarna ging zij met mijn zoon (11 jr) te fietsen. 
Anjum

Langs Anjum om de boodschappen voor morgen vast te halen en daarna langs de Waddenzee. Toen ze terug waren en na de koffie gingen mijn dochter en ik nog even fietsen. Eerst door het gehuchtje Abbewier naar Anjum het dorp door en naar de dijk. Een heel eind om. Op een gegeven moment langs een oude dijk vol gaten met daarachter meestal een boerderij. Uiteindelijk langs de Bantpolder waar wij onder andere kemphanen, kieviten, een haas en valkje en een buizerd zagen naar het Wad. Zwaar bewolkt, het zicht was dus niet perfect, maar wij zagen Ameland, Schiermonnikoog en de zandplaten er tussen. Het was eb. Al ketend fietsten wij weer terug naar de boot. Nu ik dit schrijf is het half 11 en de kinderen gaan net naar bed.

04 augustus 2006

Wij hadden die nacht geslapen op onze boot in de jachthaven van Oostmahorn, nadat wij van het Lauwersmeer waren gekomen. De dag ervoor alle 4 per koppel de omgeving op de fiets verkend en vandaag varen wij weer wat zuidwaarts.

De voorspelling voor die dag in begin augustus was niet best. Regen en veel wind. Wij werden 8 uur wakker en het was toen nog licht en vrij rustig.Wij besloten gelijk op te staan en de boel vaarklaar te maken, zodat wij voor de weersomslag van het Lauwersmeer af zouden zijn.

Even voor negenen voeren wij. Halverwege het Lauwersmeer lag een zeilschip uit IJmuiden vast. Zij vroegen ons via een lijn aan hun mast hun schip weer vlot te trekken. Hoe wij het ook probeerden, wij hadden niet genoeg kracht in onze motor om het voor elkaar te krijgen. Zij zouden nu toch maar om hulp vanuit de haven bellen. Die nacht hadden zij ook al op deze ondiepe plek geslapen.

In elk geval, wij waren weer gewaarschuwd voor de ondiepten in dit meer. De beste geul naar Dokkumer Nieuwe Zijlen lag aan bakboordzijde, dus die genomen. Rond 10 uur in een hoosbui (ja hoor) gingen wij in de sluis, rond half 11 waren wij geschut en om 11 uur weer een eindje verder lagen wij te pauzeren aan een steigertje in de route naar Westergeest. Later zouden wij nog verder varen naar een betere plek, waar wij ook op de kant kunnen, maar nu eerst koffie!

Vlak voor Westergeest hadden wij later, dan weer een plekje, waar wij wel de kant op konden. Een leuk plekje, waar de koeien tot bijna bij de boot stonden.  Vanaf daar ben ik met mijn dochter nog even naar Kollum heen en weer gefietst voor wat inkopen. De andere dag maar weer verder met wat beter weer richting Zwaagwesteinde.