donderdag 26 april 2018

De perenboom, die bloeide even

Een goede week geleden, midden april bloeide de perenboom in onze tuin prachtig, allemaal witte bloesem. Het was maar even, het werd afgelopen weekend heel warm, het begon zondag flink te waaien en perenbloesem te sneeuwen en een paar dagen later was ie helemaal uitgebloeid. Maar ja, hopelijk levert het in de herfst weer een aantal mooie lekkere peren op. Nu genieten we weer van allerlei andere mooie planten in de tuin. Beide appelboompjes bloeien bijvoorbeeld nog wel.


Peer (Pyrus) is een plantengeslacht dat de algemeen bekende vruchten produceert. Het geslacht komt voor in veel landen, vooral op het noordelijk halfrond.
De peer is een boom, die op oudere leeftijd elk jaar bloeit en vrucht draagt. Hoogstambomen bloeien op latere leeftijd dan zogenaamde spillen. Er komen echter ook beurtjaren voor. De boom bloeit afhankelijk van het ras gemiddeld van half april tot begin mei. Voor een goede bestuiving is het meestal nodig meerdere rassen bij elkaar te planten. 
De peer stamt uit de voet van Tiensjan, waar peren al 3000 jaar geleden werden veredeld. Er zijn resten van peren gevonden in resten van voorhistorische paalwoningen in Zwitserse meren.

De sering die woekert voort

Seringen hebben wij zelf een jaar of 14 terug in onze tuin geplant vanuit stekjes. Het begon bescheiden, maar inmiddels voorkom ik door het wegspitten van uitlopers aan beide kanten van de tuin waar seringen staan, dat zij voortwoekeren en te veel ruimte in gaan nemen. In april bloeien ze altijd prachtig en ruiken ze heerlijk.

Sering achter de tulpen en judaspenning

sering tegen de schutting aan de andere kant

De sering (Syringa vulgaris) is een plant uit de olijffamilie (Oleaceae). Het is een kleine boom of struik die vooral bekend is vanwege de aantrekkelijke, zoet geurende bloemen. De sering komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Europa. De plant komt in het wild vooral voor op rotsachtige heuvelhellingen op de Balkan. Op veel plaatsen is de soort ingeburgerd. In tuinen komen allerlei gekweekte rassen met bloemkleuren die variëren van wit tot donkerpaars.

De gewone sering heeft hartvormige lichtgroene, gladde onbehaarde bladeren. In de herfst vallen de bladeren af. De bloeitijd is in april en mei. De bloemen zijn buis- of trechtervormig en meestal lichtpaars van kleur, maar soms ook wit. De bloemen zitten bij elkaar in grote, geurige pluimen. Er is een gladde doosvrucht. De struik wordt 3-4 meter hoog. 

Bloeiende judaspenningen

Al zolang wij hier wonen, duiken ze elk jaar op in de tuin. Nu in april de paarse bloemen en in de zomer de zaden, de judaspenningen.
Toen wij afgelopen herfst in het Nederlands Openluchtmuseum in een zeventiger jaren inrichting een weer eens zo'n droogboeket zag staan, dacht ik leuk ook weer eens zoiets neer te zetten, een droogboeket. De gedroogde wilgenkatjes van de Deen supermarkt uit Julianadorp en de pauwenveer staan al in de vaas, iets wat dan niet zeventiger jaren is, maar er ook in staat is de grote prik met nog een paasei, dat over is uit een bloemstuk van Pasen. Straks ook nog maar een judaspenning er in met zaden en van de zomer natuurlijk een paar mooie toerebouten.



De judaspenning (Lunaria annua) is een tweejarige, 50 tot 100 cm hoge plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae).
Bovenste bladeren zijn zittend of zeer kort gesteeld, de onderste zijn gesteeld. De bladeren zijn grof gekarteld en ei- tot hartvormig, reukloos en een kleine 3 cm groot. De kleur van de bloemen is  paars, mauve of wit. Ze zijn gegroepeerd aan de top van de rechtopstaande stengel. De bloeitijd loopt van april tot in juni. De vruchten zijn plat 3-6 cm groot. De plant is aantrekkelijk voor vlinders en ontsnapt vaak uit tuinen en groeit dan langs bosranden, bij heggen, en in wegbermen. De plant heeft een voorkeur voor zonnige tot licht beschaduwde standplaatsen. De judaspenning is afkomstig uit Zuidoost-Europa. In de Benelux is de soort algemeen vanuit tuinen verwilderd aanwezig, iets wat ook voor andere delen van Midden- en West-Europa geldt. De plant dankt zijn naam aan de zaaddoosjes die op penningen lijken. Judas Iskariot verraadde Jezus voor 'dertig zilverlingen', de klassieke benaming uit de Statenbijbel. Volgens sommige volkslegenden zou Judas toen hij zich verhing de zilverstukken onder zijn galg hebben laten vallen of hebben weggeworpen. Daaruit groeide de judaspenning.

vrijdag 13 april 2018

Kievitsbloemen voor ons raam en in onze tuin


Enige jaren geleden: 
Buiten is het er nog net te vroeg voor , maar binnen staat een grote pot kievitsbloemen in bloei.
Als ze straks uitgebloeid zijn, gaat de hele kluit vol bolletjes de tuin in en hopelijk komen ze volgend jaar allemaal weer terug in bloei, maar dan buiten.
De kievitsbloem (Fritillaria meleagris) is een plant uit de leliefamilie (Liliaceae). Het is een in het wild in Nederland zeer zeldzaam voorkomend beschermd bolgewas. In België is de plant in het wild uitgestorven. De bloem heeft paars (soms wit) geblokte bloemblaadjes. Het plantje heeft een zeer tere stengel met smalle blaadjes, die een aantal maanden na de bloei afsterft. De planten doen er acht jaren over om in bloei te komen. De zaden zijn relatief groot en verspreiden zich drijvend op het water. De plant is voor z’n verspreiding van de zaden dan ook volledig afhankelijk van overstromingen en een hoge waterstand in de winter.

Het jaar erna in onze tuin:

De belangrijkste groeiplaats van de wilde kievitsbloem is langs de oevers van de Vecht en het Zwarte Water in Zwolle. Ongeveer 80% van de Nederlandse kievitsbloemen staat hier. Van oudsher kwam de kievitsbloem voor in gebieden met klei-op-veen en dan vooral de gebieden die ’s winters onder water stonden. De plant kan erg slecht tegen aanpassingen aan het grondwaterpeil en is op de meeste plaatsen al voor de Tweede Wereldoorlog uitgestorven.
Een bekende verwant van de kievitsbloem is de uit Azië afkomstige keizerskroon (Fritillaria imperialis).

De keizerskroon bloeit

In de afgelopen tweede week van april is de keizerskroon in onze tuin ook volledig in bloei gekomen. Een mooie plant die al vele jaren een plekje in onze tuin heeft. Zelf hebben wij hem er niet ingezet. Nog een van de overblijfsels in onze tuin van de vorige bewoners.


De keizerskroon (Fritillaria imperialis) is een plant uit de leliefamilie (Liliaceae) en verwant met de kievitsbloem (Fritillaria meleagris, die inmiddels ook in onze tuin staat ). De keizerskroon is een winterhard bolgewas. De afgeronde bollen hebben twee tot drie heel dikke en stijve schubben. Boven op de bol zit in het midden een opvallende holte, waar de stengel uit groeit.

De stevige stengel groeit snel tot 90-120 cm lengte. Het onderste derde of halve deel van de stengel is bezet met vele, brede, staande tot hangende bladeren. De bovenste helft van de stengel draagt geen bladeren tot aan de bloemtros. Boven op de tros zit een kroon van glanzende, smalle bladeren.

De keizerskroon bloeit van midden tot eind van lente. De grote klokvormige bloemen zitten met tot zes stuks cirkelvormig gerangschikt. Wilde vormen hebben gele of oranje bloemen met soms een wat donkerdere adering. Aan de binnenkant hebben de bloemen dezelfde kleur, maar met een zwarte of donkergroene vlek rond de witte honingklieren. De stijl is net zo lang als de kroonbladeren. De vierkante, dikke zaaddozen hebben vier vleugels.

De keizerskroon komt in het wild voor van het zuiden van Klein-Azië, via Noord-Iran tot in Afghanistan en Pakistan. De plant wordt in Europa al bijna vierhonderd jaar gekweekt, nadat hij in de zestiende eeuw vanuit Turkije in Wenen in Europa is geïntroduceerd.

Forsythia, mooi geel

Eind maart, maar dit jaar iets later, vanaf begin april staat ie weer in bloei in onze tuin, de forsythia. Deze struik is dan mooi geel. Later in het seizoen als ie dan weer groen is, uitgelopen naar een meter of drie hoog en beschermt ie ons tegen inkijk vanaf de straat. Na het buitenseizoen snoeien wij hem dan weer, zodat ie in het voorjaar weer mooi kan uitlopen. Ja, echt een mooie al oude struik in onze tuin, die er al stond voordat wij hier kwamen wonen.

Forsythia (Chinees klokje) is een geslacht van struiken in de olijffamilie. Ze vallen in het voorjaar op door de gele bloemen. Er bestaan zes hoofdsoorten en enkele gekruiste soorten. Het geslacht is genoemd naar William Forsyth (1737–1804), een van de oprichters van de Royal Horticultural Society. Om de Forsythia goed te laten bloeien is het van belang om hem op de juiste wijze te snoeien. Over het algemeen zullen de takken die groen zijn het daaropvolgende jaar geel bloeien.


vrijdag 6 april 2018

weer eens naar Claw Boys Claw

In  het najaar van 1984 had ik hun eerste LP Shocking Shades of Claw Boys Claw al gekocht, een album dat voor een habbekrats in een paar uur was opgenomen, heerlijke garage rock met o.a. de nummers Shake It On The Rocks, en een cover van het nummer Venus van Shocking Blue. Ik had ze in die jaren ook  twee keer live gezien, een keer Leeuwarden in een combinatieconcert met de Boegies en op het festival Sneek Wave. Later ook nog een andere CD van hun aangeschaft en alles wat ik daarna van hun hoorde was ook goed.

Een paar maanden terug vernam ik al, dat zij in maart in Zwolle zouden spelen. Toen vorige week bleek, dat wij beiden de zaterdag en de zondag vrij zouden hebben, beslisten wij gelijk kaartjes kopen en er naar toe. De fiets gepakt, naar Hedon, naar binnen, beneden nog het voorprogramma van Le Garage, daarna van bovenaf de hoofdact gezien. Peter te Bos en gitarist John Cameron zijn nog waren nog steeds top!

Na een optreden van een kleine twee uur met als laatste het Iggy Pop nummer  Now I Wanna Be Your Dog en nog een paar biertjes gingen wij weer blij en tevreden naar huis, waar wij bij onze zoon ook nog een biertje scoorden. Ondertussen stond de zanger Peter te Bos bij de mensen van de verkoopstans in de foyer en ik weet niet of de paaseieren werden gevonden waarvoor als prijs een LP was te winnen.

De dag erop werd weer een topdag.

De Boegies en Claw Boys Claw zijn ook te beluisteren op Spotify afspeellijst Radio Omhuizen.