zondag 19 januari 2020

Zwarte kraai


Bijna altijd als ik mijn hond uitlaat kom ik wel een of een paar kraaien tegen. Toch laten zij zich niet eens zo gemakkelijk fotograferen. Als je je mobieltje uit je broekzak pakt vliegen ze op. Toch zie ik ze graag rondscharrelen en vliegen.

Gistermiddag 'schoot' ik er een die net wegvloog van een boomtak.


De zwarte kraai (Corvus corone) is een zangvogel uit de familie van de kraaien (Corvidae). Een volwassen kraai is 48 tot 53 centimeter lang en 4 tot 6 ons. Kraaien zijn groter dan kauwen en kleiner dan raven. Ze zijn helemaal zwart, vaak met een wat groenige glans over de veren. Soms heeft een zwarte kraai enige witte veren, als gevolg van verkeerde voeding, een slechte conditie of een erfelijke afwijking. Van de ongeveer even grote roeken zijn kraaien te onderscheiden: een roek heeft een kaal stuk huid aan de basis van de snavel, waardoor de snavel langer lijkt. De snavel van de roek is bovendien lichter van kleur dan de gitzwarte kraaiensnavel; een roek heeft een 'broek', oftewel veren op zijn dijen. De kraai broedt in West- en Centraal-Europa,in Oost-Azië komt een nauw verwante vorm voor, C. corone orientalis. Daartussen komt de bonte kraai voor die nauw verwant is, en die zowel in het oosten als in het westen van zijn verspreidingsgebied in staat blijkt met de daar voorkomende vorm vruchtbare hybriden te verwekken. Men vermoedt dat de soorten in de laatste ijstijd gescheiden zijn geraakt. Of er van aparte soorten mag worden gesproken is onderwerp van discussie. Kraaien leven meer solitair dan roeken en kauwen. Het zijn intelligente vogels die zich makkelijk aanpassen aan verschillende diëten; ze zijn van alle markten thuis maar wel vrij schuw en duidelijk moeilijker te benaderen dan kauwen. In kleine tuinen zie je ze niet vaak. Het zijn alleseters:. wormen, insecten, fruit, zaden, keukenafval, eieren, jonge vogels (kuikens) en kleine knaagdieren. Ze foerageren meestal in paren, meer zelden in wat grotere groepen, vooral op weide- en akkerbouwland, niet in dichtbegroeid landschap. 
Kraaien hebben een reputatie als jagers van kleine vogeltjes en nestenuithalers en werden om die reden in het verleden vaak vervolgd. Daardoor fungeren ze als een natuurlijke predator van vogelpopulaties. Het zijn ook aaseters die foerageren op doodgereden dieren langs de weg. Het nest wordt vanaf maart in de vork van een boomtak gebouwd door beide ouders; het vrouwtje broedt de eieren uit. Ze nestelen niet in kolonies, zoals roeken en kauwen. De eieren zijn circa 40 bij 34 millimeter groot, glanzend blauwgroen met donkere vlekken. De 4 tot 7 eieren worden ongeveer 18 dagen bebroed. Beide ouders voeren de jongen, die na 28 tot 35 dagen uitvliegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank voor je reactie!
Een groet van Zwerver