vrijdag 1 mei 2020

Witte dovenetel

Ik loop de laatste tijd veel buiten in de directe omgeving van ons huis, eigenlijk is dan altijd onze hond wel mee. Ik vind het dan altijd wel leuk om te kijken wat er nu allemaal al bloeit. Al een tijdje zie ik overal langs taluds en bermen dit plantje de witte dovenetel, die een paar weken na de paarse dovenetel is begonnen met bloeien.

Ik weet nog van vroeger van de biologieles op school. De dovenetel lijkt op de brandnetel, maar prikt niet...


De witte dovenetel (Lamium album) is in Europa een algemeen voorkomende, vaste plant met ver vertakte ondergrondse uitlopers. De vierkante, holle stengel is afstaand behaard, de bladeren zijn paarsgewijs tegenoverstaand. Aan de voet van de steel zijn de bladeren hartvormig, aan de top meer langwerpig. De bladeren zijn net als die van de brandnetel getand. De naam dovenetel is hiervan afgeleid, hij brandt namelijk niet. Het sap uit de bladeren van de dovenetel  is bruikbaar om de pijn van een steek van een brandnetel te verminderen. Hij 'dooft' als het ware de pijn.
Het meest opvallende kenmerk van de plant zijn de witte (soms geel aanlopende) bloemen. Deze ontspringen in het bovenste deel van de plant kransvormig rondom de plaats waar de bladeren uit de stengel komen. Zo'n krans bestaat uit acht of meer lipvormige , 2-4 cm grote bloemen. Elk van de bloemen heeft een lange, gebogen kroonbuis en een vijftandige kelk. De voorste twee van de vier meeldraden zijn langer dan de andere twee. De bloeitijd is van april tot oktober. De plant kan tot 1,5 m hoog worden, maar blijft afhankelijk van seizoen, standplaats en klimaat ook steken bij 30-40 cm.
Het zaad heeft een mierenbroodje, waardoor het door mieren verspreid wordt.
De plant groeit uitgebreid op ruderaal terreinen: langs wegbermen, langs sloten, in parken, op stortplaatsen en afvalterreinen, langs dijken en bosranden. De witte dovenetel groeit op een vochtige, voedselrijke bodem. Het verspreidingsgebied beslaat Europa en gematigd Azië. In Noord-Amerika is de soort geïntroduceerd. De bloem is rijk aan nectar en dus aantrekkelijk voor bijen en hommels.
Jonge scheuten kunnen in soepen en salades worden verwerkt. Ook kan men deze samen met andere groenten als spinazie eten. De thee wordt aanbevolen bij nierklachten (iets dat niet geldt voor de gele dovenetel).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank voor je reactie!
Een groet van Zwerver