6 juni 2005
Vanmorgen rond 9 uur opgestaan in onze boot die vannacht bij Steenwijk in het Steenwijkerdiep lag.
Rond 10 uur half 11 na 't ontbijt naar Steenwijk gevaren. Hier hebben wij bij de Aldi en C1000 boodschappen gedaan en na wat drinken op de boot hebben wij nog even in de stad gewinkeld, krant, kleren en wat ander spul gekocht. We konden hier mooi even wat stroom pakken, afval in de container doen en de potty legen. Rond kwart voor 3 voeren we weer; door het Kanaal Steenwijk-Ossenzijl. Wij vonden de 1e plek bij Steenwijkerwold te druk, de 2e nabij de brug te modderig, maar nu hebben wij een prachtige plek met uitzicht op de Weerribben aan de overkant. Sla met varkenslapjes en gebakken aardappelen en yoghurt gegeten, heerlijk.
's Avonds na het warm eten gingen mijn zoon en ik nog heerlijk een stukje te fietsen en hebben mijn twee dames (vrouw en dochter) heerlijk rustig aan gedaan. Mijn vrouw boekje lezen, mijn dochter met de boetseerklei.
Tekst van mijn zoon:
Vandaag hebben wij naar Steenwijk gevaren en daar gewinkeld. Wie had er weer niks? Dat ben ik weer en daarna zijn wij weer naar de Weerribben gegaan.
7 juni 2005
't Was guur voor de tijd van het jaar toen we vanmorgen opstonden. Na 't ontbijt besloten wij een lekkere wandeling maar tot Ossenzijl uit te stellen en lekker in haven 'De Kluft' onder stroom te gaan liggen. 't Is nu tussen de middag en ik zet koffie en thee. Mijn dochter en ik zitten op de bank, mijn vrouw en zoon zijn gaan douchen.
Mijn lief schrijft verder. We hadden een dubbele douche, erg leuk en gezellig. Nog een heel stuk gewandeld op een aangelegd pad van Staatsbosbeheer. Ook binnen gekeken in het Informatiecentrum, erg leuk. Ook bij de plaatselijke super nog een krant en wat vlees gekocht. Nu hebben wij even pauze voor wij gaan eten.
Tekst van mijn dochter:
Wij hebben ('broer' en ik) waren ook gaan schommelen.
Wij hebben opgezocht wat het voor plantjes het waren met de pluisjes, een wilgenroosje.
Het wilgenroosje is een overblijvende plant van 30 tot 150 cm hoog. Ze komt zeer algemeen voor, maar minder algemeen in Zuid- en Noord-Holland, de IJsselmeerpolders en het noorden van Groningen en Friesland. Ze groeit op zonnige tot half beschaduwde plaatsen met vochtige tot droge, omgewerkte zandgrond op kapvlakten, brandplekken en aan bos- en struikgewasranden, ook op basaltglooiingen. Op kap-, brand- en door storm geteisterde plaatsen kan wilgenroosje plotseling massaal voorkomen. Wilgenroosje bloeit vanaf juni tot en met september met lange aarvormige trossen. De helder roze bloemen zijn 4-tallig en hebben donker bruinrode kelkbladen. De meeldraden en de stijl steken duidelijk buiten de bloem en gaan later hangen. De vier kroonbladen zijn niet gelijk. De bovenste twee zijn iets groter dan de onderste, waardoor de kroonbladen wat weg lijken te hebben van de vleugels van een vlinder. De bloemen lijken op lange stengels te staan, maar die "stengel" is het vruchtbeginsel, dat zich na de bloei ontwikkelt tot een doosvrucht met talrijke pluizige zaden, die door de wind makkelijk verspreid worden. Naast uitbreiding door middel van zaden, breidt wilgenroosje zich ook uit door middel van de kruipende wortelstok. Op die manier kan de plant grote bestanden vormen, waarin andere planten geen kans krijgen. Wilgenroosje draagt smalle lancetvormige bladeren, die verspreid langs de stengel staan. De bladeren lijken op de bladeren van de wilg, vandaar de naam. De bladeren van wilgenroosje kunnen gedroogd worden in de zon om er daarna thee van te trekken. Werkt goed bij darmproblemen. Jonge bladeren en jonge scheuten kunnen als groente gegeten worden of in soep gebruikt worden.
Mooi hoor.
BeantwoordenVerwijderen